Toelichtende notitie voor de workshop bacheloropleiding Werktuigbouwkunde
Tijdens de workshop bacheloropleiding Werktuigbouwkunde is het doel om te
komen tot een actieplan dat leidt tot een bacheloropleiding, die voldoet aan de
daaraan (inter)nationaal te stellen eisen. Bij de inleiding tijdens de workshop
zal kort worden toegelicht welke eisen gesteld worden ondermeer met betrekking
tot het academisch niveau, actuele (wetenschappelijke) ontwikkelingen, studeerbaarheid/rendementen, aansluiting bij eisen werkveld en toelating tot
masteropleidingen.
Tijdens de workshop
zal in groepjes nagedacht worden over vier verschillende onderwerpen:
1. Kennisontwikkeling
2. Academische
houding en vaardigheden
3. Studievoortgang,
studeerbaarheid en rendementen
4.
Aansluiting op werkveld en master opleidingen
Deze onderwerpen
zijn gekozen omdat er voor ieder van de onderwerpen signalen zijn dat er
verbeteringen nodig zijn.
Kennisontwikkeling
·
Kennisontwikkeling is een voortdurend punt van
aandacht: de didactische werkvormen, het gebruik van recent materiaal, de lab-
en bibliotheekvoorzieningen, aansluiting bij recent onderzoek en de
internationale aspecten van kennisontwikkeling.
Academische houding
en vaardigheden
·
Binnen de opleiding is geconstateerd dat de
academische vaardigheden binnen het programma meer aandacht moeten hebben. Ook
de wetenschappelijke adviesraad van de faculteit is hiermee bezig.
Studievoortgang,
studeerbaarheid en rendementen
- De uitval van studenten
gedurende de studie is groot en de gemiddelde studieduur is lang. Dit
roept de vraag op of er verbeteringen aan het programma noodzakelijk zijn
in verband met de studeerbaarheid.
Aansluiting op het
werkveld en master opleidingen
- De aansluiting van de kennis en vaardigheden van
de afgestudeerden op de wensen vanuit het werkveld en de ingangseisen voor
(inter) nationale masteropleidingen is een voortdurend aandachtspunt.
Bij de workshop
kunnen de doelstelling en de eindtermen die de bacheloropleiding werktuigbouwkunde heeft geformuleerd
worden gebruikt.
De opleiding tot Bachelor of Science in de
werktuigbouwkunde is een wetenschappelijke, op de praktijk gerichte, brede opleiding,
welke tot doel heeft om deskundigen te vormen op technologisch gebied,
specifieker nog, werktuigkundigen die over een goede vorming hebben om: i)
werktuigkundige of daarvan afgeleide problemen te identificeren, modeleren en
analyseren, ii) een oplossingsgerichte strategie te bedenken en deze te kunnen
implementeren, presenteren en verdedigen. Daarnaast dient een werktuigkundige
op Bachelor of Science niveau in Suriname over een goede basis beschikken om:
iii) een al dan niet leidinggevende functie, waarvoor een wetenschappelijke
grondslag gewenst is, zelfstandig te kunnen vervullen, iv) een nuttige bijdrage
te leveren aan een evenwichtige sociaal-economische en technologische
ontwikkeling van Suriname en v) zich door middel van een Master-of-Science
opleiding of anderszins verder te specialiseren in Suriname of in het
buitenland.
De eindtermen geven aan wat een student aan het eind van
de bacheloropleiding moet weten, kunnen en wat voor houding ontwikkeld moet
zijn.
De
afgestudeerden van de Bachelor opleiding werktuigbouwkunde moeten beschikken
over de volgende competenties
(eindtermen):
1. Bezit voldoende theoretisch kennis (analytisch
(denk)vermogen) en waar nodig, de experimentele vaardigheden, in de
fundamentele wis- en natuurkunde.
2. Heeft brede kennis van en inzicht in de
ingenieurs thermodynamica, stromingsleer, warmteoverdracht, toegepaste
mechanica, materiaalkunde, systeemkunde, regeltechniek, en basis kennis van de
electronica en electrische systemen die hem/haar in staat stelt om vanuit een
werktuigkundige perspectief oplossingsgericht te denken ter oplossing van een
gedefinieerd probleem.
3. Heeft voldoende kennis, inzicht en technische
vaardigheid in het ontwerpen en analyseren van werktuigkundige processen en
systemen, fabricage- en productie-methoden en productie organisatie.
4. Is instaat vakliteratuur en data kritisch te
beoordelen op kwaliteit en deugdelijkheid. Voorts kent hij/zij zijn/haar eigen
grenzen qua kennis en vaardigheden en heeft een kritische instelling, de overtuigdheid
van de noodzaak om deskundigen te raadplegen, begrip voor het iteratieve
karakter van de analyse en ontwerp van vele processen en is in staat te werken
met onvolledige informatie.
5. Beschikt over de nodige technische en
computervaardigheden voor het voorbereiden en uitvoeren van eenvoudige
onderzoeksprojecten.
6. Beschikt over de mondelinge, schriftelijke en
multimediale rapportage vaardigheden ten einde kennis- en informatieoverdracht
naar anderen op een effectieve wijze te doen.
7. Bezit voldoende kennis en kunde om een vervolg
studie tot Master of Science te volgen.
8. Heeft inzicht in de maatschappelijke gevolgen van
zijn/haar handelingen en is instaat zijn/haar persoonlijk verantwoordelijkheid
te dragen voor de resultaten van zijn/haar werk.
groets,
Chedi Dhirendra